vrijdag 30 december 2011

Volière

Tijdens zijn siësta schrikt mijn vader wakker. "Ik moet mijn vogels gaan voeren! Die beestjes hebben al dagen geen eten meer gehad!" Maar er zijn geen vogels meer en het is hard om hem dat te vertellen.

Bij alle huizen waar we gewoond hebben, had hij volières. Achter de garage waar we eerst woonden, bouwde hij verschillende afdelingen met kleine deurtjes die wij kinderen graag open deden. Met gevolgen. Mijn oudste zus heeft een collectieve ontsnapping veroorzaakt en dat heeft ze lang mogen horen.

Toen we verhuisden naar een groter en mooier huis, met een sjieke tuin met vijvertje, palmde mijn vader bijna de volledige kelder in en bouwde hij een volière bovenop de vijver. Vogels die overleden kregen een plaatsje in de diepvriezer. En wat ik nog akeliger vond, waren de potjes met maden die overal stonden.

De volgende volière werd achter de mas in Montauriol gebouwd. Ze staat er nog altijd, heb ik onlangs gezien. Maar er zitten geen vogels in. Zelf heb ik daar de dood van vier vogels op mijn geweten. Ik vergat ze water te geven, toen mijn vader voor twee weken naar België was.

En ook in Fourques werden volières gebouwd. Sommige vogels kregen zelfs een kooi met verwarming. Op een dag waren alle vogels weg. Mogelijk gestolen. Maar mijn vader dacht eerder aan kwade wil door iemand van ons. Vooral mijn moeder was verdacht. Jarenlang hebben wij het onderwerp zoveel mogelijk vermeden en als het dreigde ter sprake te komen, zochten we naarstig naar iets dat zijn aandacht kon afleiden. De politiek in België, de prijs van een brood, de dood van een familielid.

De volières zijn bouwvallig, maar niemand durft ze af te breken zolang mijn vader in dit huis woont. 

dinsdag 27 december 2011

Na rotweer komt zonneschijn

Zo gaat dat met mijn vader: de ene dag is hij "van de duvels bezeten", zoals mijn moeder dat zo mooi kan zeggen, de volgende dag is hij het zonnetje in huis. Vanmorgen bleef hij geduldig wachten op de verpleegster die veel te laat was voor de afgesproken bloedafname. Hij bleef in bed, zonder koffie en de gebruikelijke Luikse ontbijtwafel, en luisterde gewillig naar een cd want de slaapkamer-tv deed het niet. Hij liet zich poeslief wassen en aankleden door Véronique die hij gisteren in stevig Vlaams uitgescholden had en hij gaf geen kik toen ze met de naald een paar keer naar een ader moest zoeken. Hij bleef de hele dag rustig en hij vroeg me vriendelijk om hem te helpen met het dessert want hij "vond zijn mond niet meer". We profiteerden ervan om het onderwerp rusthuis aan te snijden en hij knikte en lachte.
Mijn moeder vraagt meer en meer naar praktische details. Of ze daar hulp zal krijgen bij het douchen en of de bedden naast elkaar mogen staan. Ze neemt niet te veel bagage mee, zegt ze. Clara vraagt zich af of ze misschien denkt dat ze snel weer naar huis zal kunnen komen. Maar ik voel het meer aan als berusting en zelfs verwachting naar de nieuwe situatie.
Deze week is er geen tijd voor wandelen of lopen, maar even de boodschappen gaan doen is genoeg om de zon te voelen. Het is geen nieuws: de zon verwarmt ook het hart. 

maandag 26 december 2011

Boze oude man

Mijn moeder is de laatste tijd kranig en vinnig en soms is ze zo verstandig om te zwijgen en de andere kant op te kijken.
Mijn vader heeft het zwaar en maakt het iedereen moeilijk. Mijn moeder moet het ontgelden, maar ook verpleegster Véronique en verzorgster Sylvie. Tegen mij schreeuwt hij niet, hij zwijgt nijdig.
Het is op zijn zachtst gezegd onfijn. Maar nog veel erger is het om te zien hoe hij met de dag hulpelozer wordt. Vandaag zijn we samen op de grond beland en moest ik om versterking bellen. Hoe onaangenaam hij ook is, compassie weerhoudt me om te snauwen of hem door elkaar te schudden. Want het klopt niet. Het is niet juist om iemand met een cocktail van medicijnen in leven te houden en daarmee zoveel lijden te veroorzaken. Hij heeft geen pijn maar zijn gevoel van onmacht moet ondraaglijk zijn. Het maakt hem boos en mij ook. 

Kerst

Het lijkt alsof ik mij mijn hele leven al een betere kerst beloof voor volgend jaar. Het lijkt zo, maar waarschijnlijk is het niet zo. Ooit moet ik wel eens een fijn kerstfeest meegemaakt hebben, maar die herinnering verstopt zich goed. Bij ons thuis ging er altijd iets mis op kerstavond. Misschien ging het gewoon één of twee keer fout en waren we de jaren daarop altijd zo gespannen en angstig dat het weer fout zou gaan, dat het niet anders kon dan weer de mist in gaan. En dit jaar neem ik mij meer dan ooit voor om tegen volgende kerst het tij te keren.
Het goede was dat ik geen hoge verwachtingen had en dat ik aan Els geen lichtjes en belletjes had beloofd. En wat nog beter was, was dat we samen waren. 

23 en 24 december in Girona













donderdag 22 december 2011

Droomhuisje

Stevige wandeling gemaakt en ons droomhuisje gezien. Wel veel werk aan ...




Het donderdagse viskraam




Uiensoep als welkom

Els heeft gisteren de hele dag op de tgv doorgebracht en verdiende bij aankomst een heerlijke ajuinsoep met kaastoast. De uien hebben lang gecarameliseerd en daarom was de soep extra zoet.

5 dikke witte uien
1 runderbouillonblokje
beetje boter
een paar sneetjes oud brood
wat geraspte gruyère of wat kaas die goed afsmaakt en zich graag laat smelten (vb Reblochon of Raclette)

Snijd de uien in sliertjes en stoof ze in een beetje boter die je eerst lichtjes bruin laat worden. Laat de uien gerust een dik halfuur stoven en doe er indien nodig een beetje water bij. Als de uien beginnen te kleuren, een liter water en het bouillonblokje toevoegen. Even laten doorkoken en dan alles in een vuurvaste schaal gieten.
Het brood erin leggen en in de oven onder de gril zetten. Als het brood lichtjes gegrild is, de kaas erop strooien en nog even verder grillen.


dinsdag 20 december 2011

De stekker eruit

Sandrines tante is gisteren overleden en wordt morgen begraven. Zo gaat dat hier. De vijfenzeventigjarige dame heeft zichzelf uitgehongerd nadat ze te weten gekomen was dat ze Alzheimer had. Straffe madame. Een bevriende dokter zegt dat ze op dezelfde manier wil eindigen als er geen perspectief meer is: gewoon onder een boom gaan zitten en wachten tot het donker wordt.  Verpleegster Veronique zegt dat ze vanaf haar zestigste gaat doen alsof ze depressief is, zodat ze slaapmiddelen voorgeschreven krijgt. Die zal ze dan opsparen tegen de dag dat het nodig is.
En ik heb altijd gedacht dat ik heel oud wou worden. Meer dan honderd of zo. Maar nu weet ik het niet meer zo zeker. Misschien toch maar een ontsnappingsroute bedenken. 

Grandes surfaces

Nooit gedacht dat ik nog eens met plezier naar de Auchan zou gaan. Maar het is sinds een week mijn enige uitstapje. Vroeger was er de Mammouth in Perpignan. Daar heb ik mijn allergie voor GF (grandes surfaces) opgedaan. De Auchan is het nu, en het is een hele grote oppervlakte. Er zijn zestig kassa's, dat zegt genoeg. Het assortiment lijkt onuitputtelijk, maar is het niet want twee dingen op mijn lijstje ontbraken. Nochtans vind je er honderden meters kaas en charcuterie, minstens tachtig soorten yoghurt en alle groenten en fruit die je op een Spaanse overdekte markt vindt, bio en niet-bio.
En dan nog het kerstgedoe daarbij.
Ik hoef voorlopig niet meer naar de Auchan, geef mij maar chez Agnès.


maandag 19 december 2011

Marchandise

Mijn moeder zegt dat ik een sterke vrouw ben. Mijn vader beaamt dat. "Wij hebben nog goei marchandise te koop," zegt hij "hebt ge nog geen vrijer?"
Het is te laat op de avond om hem mijn leven nog eens te vertellen, ik hou het op de tegenwoordige tijd.
"Woensdag komt Els", zeg ik.
"Els", antwoordt hij. Hij knikt, maar ik zie aan de frons in zijn voorhoofd dat hij niet kan volgen. 

Fabien snoeit trots manueel

Fabien is jong en nog niet zo lang afgestudeerd. Om werk te vinden zou hij de streek moeten verlaten, zoals de meesten van zijn leeftijdsgenoten. Maar hij houdt van het dagelijks wisselende zicht op de Canigou en van het werk in de wijngaarden van zijn vader. In de zomer kweekt hij fabuleuze aardbeien, ik heb er in juli nog van geproefd. "Als ik mijn hart volg, blijf ik hier" zegt hij aan mij, die hij alleen maar kent van horen zeggen.







Confiture de pasteque

Pasteque of gingérine of citre is een soort watermeloen. Het vruchtvlees is lichtgroen en heeft weinig smaak. Confiture van pasteque is in Spanje erg populair, vooral in koeken en patisserie. De vruchten worden geoogst in november, maar kunnen tot lang daarna verwerkt worden. Ik kon het niet laten om het uit te proberen. Het resultaat mag er zijn. De smaak is voor sommigen "delicaat", voor anderen misschien wat flauw. Maar de structuur is heel aangenaam. Het werd een goudkleurige siroop waarin transparante stukje drijven, net snoepjes.


1 kilo vruchtvlees, in stukjes gesneden.
500 gr suiker
1 kleine onbehandelde citroen, in schijfjes.

Alles mengen en 24 u laten trekken. 
Anderhalf uur laten koken en laten afkoelen. 
Nog een keertje een half uur laten koken tot de stukjes transparant zijn en dan in bokalen doen.
De bokalen goed sluiten en op hun kop zetten om af te koelen. 

zondag 18 december 2011

Le père Noël est une ordure

Ongelooflijk maffe film uit 1982 over een paar vrijwilligers van tele-onthaal die op kerstavond de pedalen verliezen. Van begin tot einde "erover", maar onweerstaanbaar, en voor die tijd zeer snel en wervelend. Met o.a. Anémone als kwezel en Josiane Balasko als bitch.
Na de film voel je jezelf plots erg normaal en saai.




Dikketruiendag


Crumble met havermout

Mijn ouders houden erg van crumble omdat het zo gemakkelijk eet (zonder tanden). Dit recept heb ik met appels en ook met peren gemaakt. Maar mijn voorkeur gaat naar de appelzure versie. Als je de bakvorm onderaan goed insmeert met boter en suiker en het gebak onderaan (voorlaatste laddertje) in de oven zet, dan carameliseren de appels lekker, net zoals bij een tarte tatin.

100 gr havermout
150 gr bloem
1 zakje vanillesuiker
120 gr suiker
150 gr koude boter, in kleine stukjes gesneden.
snuifje zout

Alles snel mengen met koude handen of met de keukenrobot tot je een korrelig deeg hebt.

Wrijf een glazen vuurvaste schotel in met boter en strooi er suiker over.
Leg daarop 4 à 5 appels, geschild en in grote stukken gesneden.
Strooi daarover het kruimeldeeg.

30 minuten bakken op 180 °

Lekker met een bolletjes ijs of wat zure room.
De perenversie is waarschijnlijk lekker met chocoladesaus.

Carbonade Flamande met Grimbergen en peperkoek

In de refter van mijn lagere school stond ongeveer een keer per week stoofvlees op het menu. Ik gruwde ervan. Ik lustte bijna niets van de schoolkeuken. Het ergste was dat ik gestalkt werd door twee nonnen, soeur Marie-Paule en soeur Etienne, die me de daver op het lijf joegen als ik mijn bord niet leeg at. Vaak eindigde het middagmaal voor mij in het bestekhok, zonder dessert. Maar liever geen dessert dan een kwak griesmeelpudding op een half leeggegeten bord worst met rode kool. Verder ga ik niet in detail want anders heeft niemand nog zin om het recept hieronder klaar te maken.

750 gr rundstoofvlees
2 dikke uien
1 bouillonblokje
1 soeplepel azijn
1 flesje donkere Grimbergen
1 sneetje brood besmeerd met mosterd
1 sneetje peperkoek
Tijm, laurier, peper, zout

Snijd de uien in maantjes en stoof ze in een hoge pan of beter nog een snelkookpan, in wat olie. Laat de uien niet bruin worden, maar zachtjes smelten.
Braad ondertussen het vlees aan in een grote braadpan met wat boter en olie. Alle kantjes moeten mooi dichtgeschroeid zijn.
Doe het vlees op de uien en spoel de pan uit met een beetje water. Krab het braadvet wat los en doe dit water bij in de pan.
Giet het flesje bier in de braadpan, zodat het wat opwarmt en doe het daarna ook over het vlees.
Voeg er dan nog een lepel azijn bij, het brood met de mosterd, de peperkoek, de kruiden en het bouillonblokje.
Breng alles snel aan de kook en verlaag dan het vuur tot een klein pitje. Laat anderhalf tot twee uur sudderen (1 uur in de snelkookpan). Het vlees moet bijna uit elkaar vallen tot draadjes.

Best laten afkoelen en een nacht laten staan. De volgende dag is het nog lekkerder. En natuurlijk opdienen met frietjes.

zaterdag 17 december 2011

Le gros bébé

Verpleegster Michèle is een toonbeeld van beroepsernst en toewijding. Maar af toe laat ze zich gaan en noemt ze mijn vader "mon gros bébé". Zo ziet hij er soms wel een beetje uit. Vooral als hij in pyjama op bed ligt. Ze begint hem dan net niet te kietelen. Ik sta erbij en ik kijk ernaar. 

Nog altijd garagist

Lang geleden hadden mijn ouders een garage. Het hoofdmerk was Mercedes, daarnaast verkocht mijn vader ook DKW, Volkswagen en een tijdje Saab. Van mijn lagereschooltijd herinner ik me vooral de geur van mazout en uitlaatgassen in onze eetkamer, die rechtstreeks in verbinding stond met de garage. Sommige klanten waren ook vaste klant in onze keuken-woonkamer. Ze kwamen wat drinken en met mijn moeder praten.
De zaak liep goed en mijn ouders konden een apart woonhuis huren en een echte Mercedesgarage bouwen. Maar op het hoogtepunt van hun succes verongelukte hun belangrijkste medewerker.
Mijn moeder droomde van een huis in een warmer klimaat en mijn vader verkocht de zaak en volgde.

En nu zijn ze hier en mijn vader droomt nog altijd over zijn garage. Om zes uur vanmorgen wou hij per se opstaan want hij moest een "kanneke essence naar die mannen in Gent" brengen. 

Vigilence orange

Gisteren was er vigilence orange tot vigilence rouge, verhoogde waakzaamheid, voor de storm die ook hier rond het huis raasde.
Bij mijn ouders merk ik ook zoiets. Ze zijn allebei zeer alert. Het is waarschijnlijk een nieuwe fase in het verwerkingsproces. Eerst was er het formeel akkoord om naar het rusthuis te gaan, daarna een sombere dag, daarna een dag van rebellie en afstand, en nu komen we bij de verhoogde controle. Mijn vader verscherpt zijn nauwgezetheid: zakdoek moet in borstzakje, lichtknopje moet binnen handbereik, eetplankje van de rolstoel moet stukje over het tafelblad geschoven worden, half klontje suiker in de koffie enzovoort. Mijn moeder is erg actief in het huishouden, ze moppert op Sylvie omdat er natte handdoeken in de wasmand liggen en ze komt achter mijn rug in de potten roeren en het eten bijkruiden. Ze is erg druk en alles moet meteen gebeuren. Ze verliest mijn vader geen minuut uit het oog. Als ze niet aan het controleren is, zit ze naast hem. En als ze naar het toilet moet, moet ik haar plaats innemen. Af en toe zeg ik neen, er zijn grenzen. Maar al bij al vind ik het zo prettiger dan haar de hele tijd neerslachtig op de bank te zien liggen.
Gisteravond, bij het instoppen, stak ze even haar armen naar mij uit. Dat is meer dan ik gewoon ben. Ik knuffelde haar zachtjes terug. Ze sliepen als rozen en merkten niets van de storm. 

Tempête Joachim ook in onze tuin










Kerstpakket van de gemeente Fourques

Met wijn van burgemeester Pujol en een snijplankje van Pierre Sol, onze buurman, de schrijnwerker.


vrijdag 16 december 2011

Gebrek aan schuldgevoel

Verpleegster Deborah die niet alleen voor haar patiënten zorgt, maar ook voor de familieleden, drukt me op het hart dat ik me niet schuldig hoef te voelen. Ik voel me helemaal niet schuldig. Ik voel het ingehouden verwijt van mijn ouders, maar het glijdt van me af. Er is niets te verwijten, niets om me schuldig over te voelen. Ik zou mijn ouders kunnen herinneren aan de manier waarop ze zelf van hun ouders afscheid hebben genomen, maar dat hoeft niet. Het verleden telt niet. Wat telt is vandaag.
Ik weet zeker dat het rusthuis de beste plek is voor hen. Ze zullen verzorgd worden door mensen met ervaring in een omgeving die afgestemd is op hun behoeften. Volgens de coördinerende arts van het rusthuis gaan de meesten erop vooruit. Ik kan het mij goed voorstellen want er zullen prikkels zijn, nieuwe mensen om mee te praten, een omgeving om te ontdekken en georganiseerde afleiding.

Wat kan ik het toch goed uitleggen aan mezelf ...

De tijd meenemen

Het wijzertje van mijn energietank komt op reserve te staan. Ik merk het aan de tranen die soms wellen. Daarnet nog tijdens het laatste routinebezoek van de huisarts. Hij kreeg het ook even moeilijk. "Ze waren bij mijn eerste patiënten toen ik me kwam vestigen in Fourques", zei hij.  Hij belooft om nog eens op bezoek te komen voor ze verhuizen.

"Vergeet de klok niet mee te nemen", zei hij nog. Daar had ik niet aan gedacht. In onze woonkamer hangt een klok die op elk uur een vogel laat zingen. Ik heb het altijd een gedrocht gevonden -sorry, Elisabeth- , maar mijn vader vond ze prachtig. Het prikte alweer toen de dokter dat zei. Toch fijn dat hij daar oog voor had.

woensdag 14 december 2011

Machinaal snoeien in de wijngaarden





Hoorapparaat

Gisteren hebben we mijn moeders gehoor laten testen. Het was een erg aardige meneer die ons het verschil uitlegde tussen horen en verstaan, met grafiekjes en al. Ik begrijp nu dat mijn moeder geluiden hoort, maar ons zeer slecht verstaat. Er is zowat 60 procent verlies op het verstaan.
Om de maat te nemen, spoot hij een blauwe substantie in haar oren. En terwijl dat moest opstijven, vroeg hij aan ons of ze wel gemotiveerd was om twee apparaatjes te dragen. Clara en ik schudden eensgezind ons hoofd. Mijn moeder vindt het helemaal niet erg om ons alles drie keer te laten herhalen in toenemend volume.
De lieve man gaf ons toch nog een prijskaartje mee. Een slordige 3000 euro. Het zou er nog af kunnen, maar veel zin heeft het niet, liet hij ons verstaan.
Arme mensen die doof worden, mogen het vergeten, heb ik begrepen. Verstaan? 

Eekhoorntjesbrood

Vanmorgen drie prachtige exemplaren gevonden. Helaas waren ze al te oud en niet meer eetbaar. 




Het besef

Na de lichte euforie van gisteren sloeg de stemming vandaag om. Het begon toen mijn vader zich boos begon te maken over zijn nieuwe fauteuil omdat hij daar alleen niet uit kan komen. Hij wou niet geloven dat hij dat met zijn oude zetel ook niet meer kon en daarom verhuisde ik de halve woonkamer nog maar eens en liet ik het hem zelf ondervinden. Misschien was dat niet slim want toen hij moest toegeven dat ik gelijk had, werd hij nog bozer en vooral wanhopig. Ik tilde hem dan nog maar eens uit de oude stoel en ik liet hem plaats nemen op de bank, naast mijn moeder. Daar zaten ze dan hand in hand droevig te wezen. Na een half uurtje wou hij naar bed en mijn moeder moest mee. Clara en ik hebben hen dan dicht bij elkaar gelegd, met een paar steunkussens in de rug zodat ze elkaars hand konden blijven vasthouden. Nog een halfuur later wilden ze weer naar de woonkamer komen. En nu liggen ze weer in bed en zit ik geradbraakt de dag te overlopen. Bij mijn moeder kwamen de angsten weer naar de oppervlakte. Angst dat mijn vader niet zal kunnen wennen in het rusthuis en dat hij het haar lastig zal maken. In haar plaats zou ik daar ook bang voor zijn. Bij mijn vader overheerste de onmacht, de frustratie over zijn fysieke onmacht. En ook dat kan ik me goed voorstellen.

Hun angst en frustratie richten ze ingehouden op mij. Ze zijn koel en nors, allebei. Ik begrijp het en ik verwacht dat het de komende dagen misschien nog explicieter wordt. De hond die het dichtst bij loopt, krijgt de meeste klappen. 

dinsdag 13 december 2011

Katten verhuizen niet graag

Na veel vijven en zessen heeft mijn moeder haar fiat gegeven. Letterlijk want ik heb het haar verschillende keren moeten voorrekenen in euro en in Belgische frank en weer in euro. Hoeveel per maand en hoeveel per jaar het rusthuis in Cabestany zal kosten en hoe ver we komen met het spaargeld en wanneer het huis verkocht zal moeten worden. Nadat ik haar ervan overtuigd had dat ze niet in de goot terecht zou komen, wou ze nog wat tijd om er met haar man over te spreken. Maar ze bleef het uitstellen en vandaag rond vijf uur vertoonde Clara heldinnenmoed en sneed het delicate onderwerp aan. Ze had haar moment goed gekozen want mijn vader was in een vrolijke bui. Hij had de namiddag mogen doorbrengen met verzorgster Sandrine, onze levende barbiepop, die lekker ruikt en zachte handen heeft. Er kwamen nog wat praktische vragen: Hoe laat moeten we opstaan en wanneer moeten we gaan slapen en is daar een televisie? En dan speelde hij de bal weer door naar mijn moeder: "Wat denkt gij er van, Moeken?" Mijn moeder zou moeten meewerken aan tv-programma's waar zangers en dansers geselecteerd worden want ze is keigoed in het wachten met antwoorden en de spanning opdrijven. Na een halfuur palaveren kwam uiteindelijk het verlossende antwoord: "Ja, want we kunnen niet anders".

Mijn vader bleef vragen stellen en ik hoorde mezelf alle praktische voordelen en nieuwe mogelijkheden opsommen. Mijn moeder deed een beetje mee. "Er zaten veel mensen te kaarten" zei ze. "Oei, zei mijn vader, maar ik denk niet dat in het Frans kan kaarten." Ik schakelde over naar de ruime toiletten en de douche in de kamer en ik probeerde uit te leggen wat balnéothérapie is en ik herhaalde nog een paar keer dat Sandrine daar deeltijds werkt als dame de compagnie. "Ha maar, we gaan ons nog verbeteren!" riep hij uit.

Het ritueel van het slapengaan verliep dan ook in opperbeste stemming. "Ik krijg er kop in." zei hij, terwijl ik hem naar de slaapkamer reed. Mika zat al op bed te wachten. "Hé, Mikake, zei hij, en gij moogt mee verhuizen." Ik zweeg wijselijk. Gelukkig hoefde ik de stemming niet te bederven want hij kwam zelf tot inzicht. "Katten verhuizen niet graag. Ze kan beter hier blijven." zei hij.

Mika nestelde zich op mijn vaders borstkas en beiden begonnen te spinnen. Mijn vader viel stil. "Ik heb de andere kat geen slaapwel gezegd", zei hij.  Ik ben Sapphir dan maar gaan halen zodat hij haar een aai kon geven. Ja, dat is wel een beetje passe-caprice. Maar ach ...

maandag 12 december 2011

Iets voor later

De huisdokter kwam vandaag langs om het medisch dossier voor het rusthuis in te vullen. We praatten op zachte toon, want mijn ouders lagen in dezelfde kamer hun middagdutje te doen.
Ik vroeg hem of hij wist hoe hij zou zijn als hij zo oud en afhankelijk zou zijn. "Heel agressief", antwoordde hij eerlijk. En neen, hij had voor zichzelf nog geen oplossing bedacht. Vreemd, voor iemand die voortdurend, niet alleen in zijn werk, maar ook in zijn eigen familie met ziekte en afhankelijkheid te maken krijgt. 

zondag 11 december 2011

Verwennerij

De opmerking van verpleegster Deborah, dat ik een passe-caprice ben, houdt me nog steeds bezig. Ik vroeg aan Dominique, die in de studio aan de achterkant van het huis woont en mij af en toe helpt, of ze vindt dat ik mijn ouders verwen. "Oui, mais 'c est normal", zegt ze. Ik praat er ook met Clara over. Volgens haar zijn er twee manieren om met oude mensen om te gaan: kijven of zorgen dat ze niets te kort komen. De vraag is wat je met kijven bereikt.
Het is ingewikkelder dan dat, maar het stelt me toch wat gerust.

Mijn vader is altijd verwend geweest. Eerst door zijn moeder, daarna door zijn vrouw. Hij is perfectionistisch als het om comfort gaat. Hij wil gemakkelijk zitten in zijn zetel en hij wil goed ingestopt worden in bed. Hij wil warme sokken aan en hij wil een pyjama met een zakje om zijn zakdoek in te steken. En hij is vooral ongeduldig. Misschien begrijp ik dat omdat ik ook zo ben.

Mijn moeder is een controlefreak. Ze komt 's nachts uit bed om mij te zeggen dat ik de badkamerdeur moet openlaten en om alvast de verwarming op te zetten, zodat het morgenvroeg warm is. En daar heb ik ook iets van.

Maar afgezien van hun geschiedenis en hun karakter, zijn het gewoon twee oude mensen die de laatste weken in hun eigen vertrouwde huis doorbrengen. Dankzij mijn verwennerij slapen ze de hele nacht door (en ik ook) en hebben ze overdag plezier van het weinige dat hen nog rest: lekker eten. 

Dansgroep uit Thuir





Kerstmarkt in het dorp















zaterdag 10 december 2011

La soupe au choux

Sylvie werd helemaal lyrisch over haar familierecept van soupe au choux en dus kocht ik een groene kool en vroeg ik om ze klaar te maken. De soupe au choux wordt in twee bedrijven klaar gemaakt. Voor 's middags wordt er een hutsepot gemaakt van worst, aardappelen en groene kool. Ik vertrouwde het niet zo, maar toegegeven het was best smakelijk. Maar dan komt het. 's Avonds wordt de rest van de soep in een vuurvaste schotel gedaan, daarop wordt oud brood gelegd en daarover wordt Gruyère gestrooid. Ik heb er mijn eigen versie van gemaakt en er ook wat sneetjes Reblochon op gelegd. En dan gratineren. Mmmm...