zondag 19 februari 2012

Bewegingsvrijheid

Ik had me voorgenomen om gezond oud te worden. En redelijk oud zelfs, honderd of zo. Ik was bereid om verstandig te leven en veel sport te doen. Ik nam een 86-jarige zwemkampioene als voorbeeld. Ik zag haar op de tv. Ze demonstreerde hoe ze elke dag haar oefeningen deed. Ik was ervan overtuigd dat ik, controlefreak, dat zelf in de hand had.
Mijn ouders hebben weinig moeite gedaan. Doktersadviezen sloegen ze in de wind, aan sport hebben ze nooit gedaan. Ze aten en dronken wat ze lekker vonden. Mijn vader had nog wat lichaamsbeweging in de tuin, hij plantte bomen en sleepte meststoffen en onkruidverdelgers aan. Hij bouwde volières en kooien rond de kerselaars, zodat de vrije vogels niet in de kersen konden pikken. Hij knutselde en bricoleerde en deed daarbij gevaarlijk dingen, zoals lampen repareren met de stekker in het stopcontact en hout zagen op een zelfgemaakte cirkelzaag. Maar toen hij stil viel, werd hij snel stram en zwaar.
Ik zag hen de laatste jaren lichamelijk aftakelen. Maar wat ik nog het ergste vond, was dat hun bewegingsvrijheid afnam. De auto werd verkocht. Ze kwamen nog enkel buiten voor een afspraak bij een cardioloog, een oogarts of een tandarts. Daar werd ik me pijnlijk bewust van toen ik op een dag met mijn moeder terugkeerde van een bezoek aan het rusthuis van Le Soler. Ze vroeg me om te stoppen bij de slager-charcutier van Llupia. Maison Paré is bekend om zijn hammen, gedroogde worsten en bereide streekgerechten. Vroeger hadden ze een kleine slagerij in Fourques, nu hebben ze een grote winkel in Llupia. Toen we de winkel binnenkwamen keek mijn moeder niet naar de andere klanten en richtte ze zich ook niet tot de slager. Ze slofte naar de hoek van de lange toonbank en schoof voetje voor voetje langs het glas, kijkend naar het patés, de kaas, de salades en de stoofschotels zoals een kind in een snoepwinkel. Mijn hart brak. Ik zou de hele winkel voor haar hebben opgekocht. Maar zij koos mediterrane paté en krabsla. De volgende dag zei ze spijt te hebben dat ze zich zo had laten gaan. "Ik had daar goesting op" zei ze.
Op zulke momenten en ook als ik mijn vader zag klungelen met zijn eten of moest helpen met de meest eenvoudige dingen, veranderde mijn idee over oud worden. Ik zette er zelfs een getal op. Vijfenzeventig en niet ouder, dacht ik. Dan ga ik uit vrije wil, ik vind wel een middel. Maar eerst wil ik voluit leven.

Nu er wat meer afstand is, denk ik minder radicaal. Voluit leven, ja, dat wil ik doen. En mijn hart blijven volgen, als is het niet altijd simpel om erachter te komen wat dat hart wil. En hoe oud ik dan word, is niet eens van belang. Maar ik ga toch op zoek naar een zachte uitweg, tegen de dag dat ik geen bewegingsvrijheid meer heb. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten