dinsdag 31 januari 2012

Servetten, suikerklontjes en appelsienen

Ton's moeder verzamelde suikerzakjes. Niet voor de suiker, maar voor de zakjes en de papiertjes. Ze had een hele kast vol albums waarin ze netjes gerangschikt waren volgens land en streek.
Zelf neem ik ook altijd de zakjes en de klontjes mee als ik ergens koffie drink. Niet voor de zakjes, wel voor de suiker. Ik vind het gewoon leuk om een potje op tafel te zetten met allemaal verschillende zakjes of klontjes. Als ik er dan eentje nodig heb, kan ik -voor ik het openscheur- nog even wegdromen over de plaats waar ik het meegenomen heb. Zo heb ik zakjes en klontjes van cafés en restaurants in Madrid, Barcelona, Girona, Figueras en ook van Cagliari, Bosa en Nuoro. Maar geen uit India, want daar doen ze niet aan suikerzakjes.
Mijn moeder houdt de suikerklontjes bij die ze bij de koffie krijgt. Eerst rolde ze de klontjes in een servetje, toen ze er wat meer had, deed ze ze in een plastic verpakking van kerstkaarten en nu heeft ze een bokaaltje. Het volgende wordt waarschijnlijk een echte suikerpot. En wie weet daarna een vitrinekastje met suikerpotten.
Servetten verzamelt ze ook. Voorlopig slingeren ze wat rond in de kamer. Misschien moeten we daar ook een plaatsje voor creëren. En het fruit dat ze als dessert krijgen, houdt ze ook bij. Af en toe controleren we de kasten om te kijken of er niet iets ligt te rotten tussen de pyama's.
Een servettenhouder en een fruitmandje meenemen, dus. Zo wordt de kamer stilaan ingericht met een "persoonlijke toets".  Laatst wou ik een tafeltje meenemen om wat meer plaats te hebben voor koptelefoon, dvd-speler en cd's. Maar mijn moeder wou dat niet. "Nee", zei ze, "want als er wat gebeurt met je vader, kom ik weer naar huis."

zondag 29 januari 2012

Le Noble Age

Het rust- en verzorgingstehuis van Cabestany maakt deel uit van de groep Le Noble Age, een beursgenoteerd bedrijf dat de crisis goed lijkt te doorstaan. Niet verwonderlijk, want er is duidelijk een toenemende vraag naar goede verzorging. Dat ze duur zijn, heeft voorlopig weinig invloed op hun groeicijfers. In twintig jaar tijd ontwikkelde de Franse groep zich tot een keten van meer dan 40 vestigingen, waarvan 4 in België.
Maar ze zijn duur en het voelt soms een beetje oneerlijk aan. Slechts een deel van de bevolking kan zich deze luxe permitteren. Ik denk niet dat ik ooit genoeg geld zal hebben om me gedurende jaren zo goed te laten verzorgen. En ik probeer maar niet te denken aan de dag dat onze reserves voor onze ouders op zullen zijn.
Duur dus, maar mijn ouders krijgen waar voor hun geld. Na bijna vier weken kan ik zeggen dat de groep en zeker het rust- en verzorgingstehuis Les Camélias haar beloftes nakomt: un accompagnement personalisé, une équipe compétente et dévouée, het zijn geen loze begrippen in hun brochure.

Vanmiddag vond ik mijn vader in bed. Hij is al een tijdje verkouden en zijn ademhaling klinkt erg "vochtig". Elke dag komt er een therapeute die blijkbaar gespecialiseerd is in het loswerken van vastzittend slijm. Ik zag hoe ze mijn vader met zachtheid maar toch vastberaden behandelde, hoe ze hem aanmoedigde en zich tegelijk verontschuldigde voor het ongemak dat ze hem bezorgde. En hoe ze het resultaat van hun samenwerking, een flinke slijmprop, toejuichte. Maar hij had pijn in zijn borst en ze moest de behandeling staken. Ze zou de dokter vragen. Maar voor ze wegging, hielp ze hem nog in zijn rolstoel, stelde ze hem gerust, troostte ze hem en bedankte hem voor zijn medewerking. Ik kreeg er een krop van in mijn keel. Zoveel toewijding.

Bij het weggaan groette ik een verzorgster in de gang. Ik bedankte haar ook nog eens. "Mais c'est normal" antwoordde ze. Ja, natuurlijk, ze wordt er voor betaald, en hopelijk genoeg. Maar nee, het is niet normaal, het is gewoon heel geruststellend en heel fijn.

Negentig

Mijn vader werd gisteren negentig. Hij vraagt voortdurend hoe oud hij nu is en als we het omgekeerd aan hem vragen, dan antwoordt hij steevast: vijftig.
Er kwamen kaartjes en cadeautjes met de post. De kaartjes kan hij niet zien. Elisabeth was zo attent om er eentje met muziek te sturen: de vogeltjesdans. Clara en ik doen een dansje "en souriant". De andere kaartjes lezen we voor. Bij de wensen over de nieuwe woonomgeving fronst hij zijn wenkbrauwen. "Wat bedoelen ze daarmee?" vraagt hij. We leggen het nog eens uit. Dat hij nu in een rusthuis is. "En wanneer gaan we weer naar huis?" vraagt hij dan.
De cadeautjes neemt hij vriendelijk in ontvangst. Meteen daarna is hij al vergeten van wie ze komen en waarvoor ze dienen. Een cd is een vierkant doosje. Een dvd ook.
In het salon wacht hem een taart die gisteren door de andere bewoners gemaakt werden tijdens het "atelier de patisserie". We krijgen er een glaasje cider bij. En hij krijgt nog een cadeautje: een knalrode plaid. Sandrine is ook van de partij.
Na een uurtje vraagt hij of iemand hem naar huis wil brengen. We brengen hem naar de kamer, "en souriant". De truc blijft werken.
Hij is moe en wij ook. Maar Moeke wil toch graag nog een glaasje schuimwijn. "Allez, dan doen we de fles toch maar open." En souriant.






vrijdag 20 januari 2012

Hier en daar

Sinds dinsdag ben ik weer in A. Hoewel ik me minder losgeslagen voel dan de eerste keer dat ik een weekje terugkwam, voelt het toch weer een beetje raar. Bijna onmiddellijk schakel ik over naar het oude ritme en vooral naar de slechte gewoontes. Ik kook veel minder zelf en ik eet te veel en te laat.
Het weer is grijs en nodigt uit om binnen te blijven.
Via Clara krijg ik elke dag nieuws uit Cabestany en het gaat al een paar dagen goed.
De Canigou is een foto. Ik mis zijn dominante aanwezigheid. Maar ik voel ook dat ik, wanneer ik "voorgoed" terugkom, snel zal vergeten hoe het ginder was. Daarom stel ik het nog wat uit. Nog een weekje met Els en daarna nog een weekje alleen en daarna zien we wel ...

donderdag 19 januari 2012

Hoe zou het met de Canigou zijn?

In A regent het.


zondag 15 januari 2012

Bij de gravinne

Het lijkt wel of het ergste achter de rug is. Mijn moeder had nog wat klachten, maar mijn vader was goedgezind. Hij begint het normaal te vinden dat we komen en gaan en hij maakt geen aanstalten meer om mee te gaan als we afscheid nemen. Een week geleden zei hij: "Kom moeder, maak u gereed, we zijn hier weg." Dat was die zondag toen het helemaal fout ging.
Nochtans begon het toen goed, want 's middags aan tafel vertelde mijn moeder het volgende verhaal.
" Na de oorlog was het huwelijk van mijn ouders in crisis. Er werd gesproken over scheiden en ik wou niet langer in die verschrikkelijke sfeer blijven. Ik zocht naar werk en ik vond een advertentie voor een plaats als gouvernante. Ik schreef een brief en kort daarop kregen we het bezoek van een gravin. Ik stond haar aan en een paar dagen later mocht ik beginnen op het kasteel. De gravin was een heel vriendelijk en eenvoudig mens. Ze werkte zelfs mee in het huishouden. De dag dat ik arriveerde was de kokkin net vertrokken en ze zei: "We redden ons wel". Zij leerde mij koken en etiquette.
Soms kwam de graaf de trap af in jachtkostuum, maar meestal bracht hij niets mee naar huis.
Jammer dat ik ziek werd, want anders was ik er veel langer gebleven."

Nu ik het opschrijf, herinner ik mij dat mijn moeder vroeger wel vaker over "de gravinne" vertelde. Maar de details weet ik niet meer. Ik moet ze gaan vragen, denk ik nu, voor ze verdwijnen, met al de rest. 

Vandaag kon er een lachje af



zaterdag 14 januari 2012

Clara's tartiflette

Per persoon:

Een flinke soeplepel gerookte spekreepjes
Een kleine ui
Een middelgrote aardappel
Een paar sneetjes reblochon

Bak het spek samen met de in stukjes gesneden ui in een pan. Als de ui zacht is en het spek knapperig, voeg er de in blokjes gesneden aardappel aan toe. Roer goed om, zet een deksel op de pan en verminder het vuur. Na 10 minuten nog eens goed omroeren. Leg er nu de sneetjes reblochon op en laat de kaas smelten. 

Snel, gemakkelijk, goedkoop en vooral lekker op een koude dag. 


vrijdag 13 januari 2012

Halve januaridag in Figueras



Fris maar zonnig genoeg voor een lunch op een terras

Ramblas

Voortreffelijke crema catalana

Nog even en dan afronden

Vandaag ging het weer wat minder goed in Les Camélias, maar dankzij onze glimlachtechniek, werd de sfeer snel beter. Ik kan stilaan beginnen denken aan afronden en naar A terugkeren.
Maar ik heb nog wat familiegeschiedenis, een paar recepten en wat bedenkingen in mijn lade liggen en ik wil in schoonheid eindigen. Nog een paar weken, denk ik zo. En daarna ... komt er iets anders. 

donderdag 12 januari 2012

Nieuwe poes in huize Mauran




Leven als God in Frankrijk

Zomaar een picknick op een weekdag in januari ...


En ja, ik mocht een foto nemen. 


Souriez!

De goede raad van verzorgster Danièle was een gouden tip. Clara en ik oefenden op voorhand voor de spiegel en in de auto. We kwamen minder bezwaard aan in Les Camélias en we groetten iedereen vriendelijk, zoals het personeel dat ook voorbeeldig doet. Ik zou wel eens willen weten wat voor opleidingen ze daar zoal krijgen.

Mijn vader was erg rustig en een beetje verward. Hij vraagt regelmatig in welke gemeente we zijn en soms vraagt hij zich hardop af of we nu in Outer of Zandbergen zijn, of ze bij een steenweg wonen en of er beneden nog steeds een "naftpomp" is. De dingen die we hem vertellen over het rusthuis, hoeveel mensen er wonen en waar hij gaat eten, neemt hij met kalme verwondering aan. Hij sputtert en dreigt niet meer.

Mijn moeder kloeg niet, maar stelde een paar vragen over thuis. Wat ik eet, of haar zilveren bestek wel veilig opgeborgen is en of de katten nog "in huis doen".

Glimlachen dus, en vrolijk vragen stellen en aandacht geven. Het werkt!

woensdag 11 januari 2012

Vrolijke gezichten

De vrolijkheid is nog ver te zoeken. Mijn moeder klaagt en blijft naar alternatieven zoeken. Het enige wat ik haar durf beloven is dat ze op de wachtlijst van het rusthuis in Sorrède blijven staan. Als ze over een paar weken of maanden een aanbod voor een tweepersoonskamer krijgen en ze nog altijd niet tevreden is, kunnen we een verhuis naar Sorrède overwegen. Al vrees ik dat ze zich ook daar zal vervelen en dat ook daar de wachttijden op hun beurt om verzorgd te worden langer zullen zijn dan gewenst. Ik hou het maar achter de hand om haar niet alle hoop te ontnemen.

Na ons bezoek botsten we bij de lift op verzorgster Danièle die ons lang en vriendelijk toesprak. Ze verzekerde ons dat ze oprecht bekommerd is om onze ouders om de eenvoudige reden dat ze zelf ook ouders heeft en weet wat het is als je beslissingen in hun plaats moet nemen. "Voor ons, het personeel, is het fijn om te zien dat mensen zich na een tijdje beter gaan voelen en dus werken wij daaraan en zoeken we naar alles dat kan helpen."

Tenslotte gaf ze ons de goede raad om te glimlachen en vrolijk te zijn als we op bezoek komen. "Jullie komen hier aan met een lang gezicht", zei ze. Het is waar, de angst en de bezorgdheid voor de staat waarin we onze ouders zullen aantreffen, is waarschijnlijk op onze gezichten te lezen. Geen wonder dat onze ouders ook niet glimlachen.

Zelfs driekoningengebak met cider en de boon die "toevallig" in het stuk van mijn moeder zat, kon hen niet opvrolijken. Clara en ik spreken af om bij het volgende bezoek ons best te doen om daar verandering in te brengen.



dinsdag 10 januari 2012

Lieu de vie

De aanpassingsproblemen van mijn ouders schijnen niet ongewoon te zijn. "Ceci est un lieu de vie," zegt de coördinerende arts, "hier gebeurt alles wat ook in het gewone leven gebeurt." Ze bedoelt dat mijn vader niet de enige is met een problematische persoonlijkheid. Het samenzijn met mijn vader is voor mijn moeder op dit moment erg moeilijk. De directrice, de arts en de hoofdverpleegster hebben na overleg een paar voorstellen voor haar. Een kamer delen met een andere dame, of een eigen kamer, maar mijn moeder wil het nog eens proberen.

Ook de arts heeft voorkeur voor samenblijven. "Ze zijn al hun hele leven samen," zegt ze "het is aan ons om oplossingen te zoeken."

Mika broedt op de appelmand



zaterdag 7 januari 2012

Waarom vrouwen liegen ...

... is de titel van een boek van Harriet Lerner, waar ik erg nieuwsgierig naar ben. Al weet ik wel waarom ik lieg. Ik heb het thuis geleerd. Mijn moeder heeft ons om bestwil leren liegen in alle toonaarden. Voor mijn vader werd veel verborgen of omgebogen. Geen wonder dat hij wat paranoïde is. Het ging soms heel ver. Zo ben ik als zeventienjarige een maand alleen op reis geweest omdat mijn vader niet mocht weten dat ik ontslagen was op mijn vakantiejob.

Vandaag maakte ze mijn vader wijs dat ik op zoek ben naar een inwonende huishoudster, zodat ze binnenkort weer naar huis kunnen gaan. Ik heb het niet rechtgezet. Mijn vader onthoudt toch maar "van twaalven tot de noen". Al vrees ik dat mijn moeder haar toch wel grove leugen-om-bestwil het liefst van al zelf wou geloven.

Maar al bij al waren ze beiden vandaag veel rustiger. Het onderwerp naar huis gaan kwam nog een paar keer op tafel, maar er werd niet meer gesmeekt en gedreigd. 

vrijdag 6 januari 2012

In hun plaats

Het uitvallen van het korte termijngeheugen van mijn vader heeft af en toe voordelen gehad, maar nu maakt het alles nog veel meer ingewikkeld. Vandaag was hij woedend omdat iemand zijn tv thuis had weggehaald en "hier" had geplaatst, waar hij helemaal niet hoorde.
Vooral mijn moeder moest het ontgelden in niet al te fraaie zinnen.
Mijn moeder was wanhopig en smeekte om hem mee naar huis te nemen.

Tot hier vat ik het samen. Ik wil de film niet nog eens overlopen.

Clara en ik spreken elkaar moed in. We hebben alles gedaan, zeggen we. Nog meer, gaat niet meer. Ook het personeel spreekt ons moed in. Voel je niet schuldig, blijven ze herhalen.

Het is geen schuldgevoel, het is in hun plaats lijden. Me indenken hoe ik in hun plaats zou reageren, als ik net als zij geen keuze meer zou hebben. 

donderdag 5 januari 2012

Januarirozen

Uit de tuin, op het nachtkastje van mijn moeder. Vandaag ging het al wat beter. 


Hard

De dag van gisteren beschrijf ik liever niet. Misschien ergens anders, in een klein schriftje.

De verpleegsters en verzorgsters verzekerden ons dat het "normaal" is dat mensen boos en verdrietig, en zelfs heel boos en heel verdrietig zijn. "Het gaat wel over", zeggen ze. Ik doe mijn best om het te geloven.

Vanmorgen heb ik de badkamer grondig gepoetst en nu ga ik wandelen want als ik even ga zitten, doet mijn hart te veel pijn. 

woensdag 4 januari 2012

Tramontane

Wandeling zonder op de klok te moeten kijken en de wind proberen te vangen in een foto. Niet zo goed gelukt, maar toch een beetje.







Weggaan en aankomen


Het is vreemd om wakker te worden in een stil huis. Geen geslof door de gang, geen zacht gesnurk uit de slaapkamer. Mika heeft de hele nacht in de grote slaapkamer doorgebracht en ze ligt er nog steeds, ineengerold op een schapenvel. Sapphir heeft tegen haar gewoonte in, ook in de slaapkamer geslapen. Nu ligt ze op een stoel onder de tafel, in een zelfde krul. Clandestino is vanmorgen niet komen opdagen bij de achterdeur. Alsof hij weet dat mijn moeder er niet is om hem eten te geven.

Het is vreemd om een zee van tijd te hebben. En om stil te zijn. Niet hoeven hard en duidelijk te praten en niet alles drie keer herhalen. Het voelt een beetje raar in mijn keel.

Weggaan was moeilijk. Even moeilijk als ik mij voorgesteld had, maar minder erg dan ik gevreesd had. Mijn vader huilde en was boos. Hij voelde zich verraden. Dat liet hij ons verstaan op een pijnlijke manier. Ik ging niet in op zijn beschuldigingen. Ik liet ze langs mij heen fladderen en wegwaaien als papiertjes waarop je onzin schrijft als je erg boos of erg verdrietig bent.

Mijn moeder was stil en keek niet om, toen ze naar de auto stapte.

Mijn vader werd opgehaald door twee aardige ambulanciers. Ze waren lief en geduldig met hem en attent voor mij. Ik liet mijn vader nog wat razen. Hij wou een revolver. Als kind heb ik dat ook ooit eens gehoord. Ik stelde vast dat ik nu, vijftig jaar later, niet meer zo kwetsbaar ben, en dat voelde goed. Ik hield zijn arm vast en toen hij kalmer werd, keek ik naar hem en vroeg ik me af wat ik nu precies voelde. En ik kon alleen bedenken dat het het topje van een ijsberg was. Dat alles wat zich afspeelt tussen ouders en kinderen hopeloos ingewikkeld is. Zoveel jaren met elkaar omgaan zonder dat je daar ooit bewust voor gekozen hebt, zoveel meegemaakt en zoveel geschiedenis die mij vooraf is gegaan.  En zoveel persoonlijkheid in één lichaam. De afgelopen maanden heb ik van mijn ouders zon en schaduw gezien en na al die tijd vind ik nog steeds geen woorden om hen te typeren.

Aankomen was gemakkelijker. We werden omringd door vriendelijkheid. De ambulanciers verzekerden mij dat dit het beste rusthuis van de streek is. Zij kunnen het weten, ze komen overal. “Honderd, nee duizend keer beter dan in Thuir”, zei een van hen. Op zulke momenten kun je kleine opstekers gebruiken.

Op de kamer wachtte Sandrine ons op. Een welkome afleiding voor mijn vader, iets minder gesmaakt door mijn moeder. We maakten kennis met de vervangster van de afdelingsverantwoordelijke, de hoofdverpleegster en een paar verzorgsters. Op het eerste gezicht allemaal erg lief en wat me opviel, ook erg vriendelijk met elkaar.

Clara en ik pakten de koffers uit en herschikten de kamer wat. De bedden naast elkaar, zoals thuis. Overal zakdoekjes binnen handbereik, het scheerapparaat in zijn oplaadstation, de vogeltjesklok voorlopig op de kast.

Mijn moeder werd plots erg moe en wou op het bed gaan liggen. We toonden haar het belletje en ik drukte haar op het hart dat ze alles moest vragen wat ze nodig had. Mijn vader probeerde zijn nieuwe fauteuil en sputterde niet.

Toen we weggingen zei verpleegster Marie nog dat we ons niet schuldig moesten voelen. Natuurlijk niet. Maar ik huilde toch nog een beetje. 

dinsdag 3 januari 2012

maandag 2 januari 2012

Malse wafels uit Ons Kookboekje

Na de zondagse boterkip met frieten en veel te veel kerststronk gisteren was er vandaag toch nog "goesting" in wafels. En dus heb ik tussen het inpakken en regelen het recept van moeders wafels uit Ons Kookboekje van de boerenbond (uitgave 1954) nog maar eens bovengehaald.

Voor ongeveer 14 wafels:
250 gr bloem
2 kleine eieren
een halve liter melk
50 gr suiker
50 gr gesmolten boter
15 gr verse bakkersgist (oplossen in een beetje lauwe melk)
1 pakje vanillesuiker en/of een half borrelglaasje rum
een halve theelepel zout

De eieren splitsen en de eiwitten stijfkloppen.
De bloem en de suiker in een diepe kom doen, een kuiltje maken en daarin de eigelen met de opgeloste gist mengen. De bloem erdoor roeren en beetje bij beetje de melk en de boter toevoegen. De vanillesuiker, de rum en het zout er bijvoegen en als het een glad en vloeibaar deeg is, de eiwitten eronder spatelen.

De kom afdekken met folie en op een warme plaats zetten. Het deeg moet minstens een uur rijzen.

Het wafelijzer goed heet laten worden, dan gaat het deeg niet plakken.

Dit zijn gezellige malse wafels (dus geen krokante Brusselse!), opdienen met poedersuiker of fijne kristalsuiker en als het van de dokter mag, met een beetje gezouten boter. Troost verzekerd.

Flink

De dokter kwam afscheid nemen, de kinesist kwam afscheid nemen, Sylvie kwam nog even langs en ook buurvrouw Ghislaine. Deborah gaf mijn moeder en mijn vader en mij een tranerige knuffel en bij mijn vader begon er een belletje te rinkelen.
Ik heb alles nog eens uitgelegd en nog eens uitgelegd en 50 vragen beantwoord en hem verzekerd dat de tv meegaat. De poezen gaan bij Clara wonen en ik blijf nog een beetje in het huis. En ja, misschien gaan we het huis verkopen.
Waarom ergens anders huur betalen, als we hier zo'n mooi huis hebben? Ik leg het nog eens uit.

Ik stop mijn kindjes voor de laatste keer in bed en ik probeer net zo flink te zijn als mijn moeder. 

Schaap

Mijn vader: "Oe ist, mè skopke?"
Mijn moeder reageert niet.
Nog eens: "Oe ist, mè skopke?
Mijn moeder: "Wat zegt ge?"
Mijn vader: "HOE IS HET, MIJN SCHAAPKE?"
"Ha, redelijk goed", antwoordt mijn moeder.

Ik ben blij met het antwoord, maar misschien moeten we voor haar toch maar een hoorapparaat kopen.

Koffers pakken en afscheid nemen

Al afscheid genomen van verpleegster Michèle, verpleegster Bèatrice en verzorgster Sylvie. En elke keer mengen onze tranen zich op onze wangen. We hebben een oude valies van de plank gehaald en afgestoft. Vandaag gaan we ze vullen.
Mijn moeder blijft sterk. Hoe anders is ze nu. Ze sluit zich niet meer af. Ze praat en overlegt hardop over wat ze mee wil nemen en ze vertelt ook dat ze vooral bang is dat mijn vader niet zal kunnen wennen. Ze lijkt weinig te denken aan de dingen die ze zelf zal missen: haar kasten en laden die ze zo graag schikt en herschikt, de keuken, de achterkeuken en vooral de koelkast.
Gisteren heb ik mijn vader het hele rusthuisverhaal nog eens verteld, maar vandaag is hij het alweer vergeten. Hij bromt dat iemand vannacht zijn bed heeft omgedraaid want dat er vanmorgen een "barre" aan de zijkant was, zodat hij niet uit zijn bed kon.
En zelf neem ik me voor om sterk te zijn. Maar ik ben een kind van mijn vader, de tranen zitten altijd klaar en komen te voorschijn als je ze niet wilt.


zondag 1 januari 2012

Scholeksters en Toerakoes

Mijn bericht over de volières blijft in mijn hoofd hangen, want het is niet af. Toen ik het schreef kon ik me geen enkele vogelsoort die in de volières van mijn vader woonde herinneren. Behalve Groenvinken, en zelfs daar ben ik niet zeker van.
Als ik goed zoek, komt het allemaal terug. Maar dan moet ik kasten en laden opentrekken die ik tot nu liever gesloten hield. Nochtans ben ik ook daarvoor naar hier gekomen: om te weten wie mijn ouders zijn en wie ik ben.
Ik zou aan mijn vader kunnen vragen welke vogels hij allemaal heeft gehad en ik denk dat hij er veel zal kunnen noemen. Maar de vrees voor verwarring en verdriet houdt me tegen.
Vannacht dacht ik aan de Scholeksters die we ooit over de Nederlandse grens smokkelden. Hij had ze in de zakken van zijn jasje gestopt. De douanier zag een huisvader aan het stuur, naast hem zijn echtgenote en vijf brave meisjes op de achterbank van de auto, en hij hoorde de beestjes niet piepen.

Ik heb het wel eens aangedurfd om zachtjes te zeggen dat ik het toch erg vond dat die arme vogels opgesloten werden, maar uit de reactie van mijn vader leerde ik vooral mijn mond houden.

We hadden ook ooit Toerakoes. Ik weet niet waar hij die vandaan gehaald had. Zeker niet zelf gevangen. Want dat deed hij ook. Met netten in de tuin. Toen we op schoolreis naar de zoo gingen stonden we bij een kooi met Toerakoes. "Dat hebben wij thuis ook", zei ik. Maar niemand van mijn klas geloofde mij.

Toerakoe in de Antwerpse zoo