Als in Fourques de telefoon overgaat, is het negen van de
tien keer reclame. De eerste keren luisterde ik geduldig naar de jongen of het
meisje dat me vanuit een rumoerig call center probeerde te overtuigen dat ik
zonder enige verplichting een geweldig cadeau zou krijgen, maar de laatste tijd
gooi ik zonder pardon de hoorn neer als ik maar al wat geroezemoes op de
achtergrond hoor.
Toen ik vandaag een beverige stem met een zwaar Catalaans
accent aan de lijn kreeg was ik een en al aandacht. De dame in kwestie vroeg
een paar keer of ze wel bij Van den Hove was en maakte zich vervolgens bekend.
“C’est Louisette Miffre” piepte ze. Ik maakte een sprongetje. “Louisette!
Comment vas-tu? Comment allez-vous? “
verbeterde ik mij. Ze beantwoordde mijn vraag niet, maar ze vroeg wie ik was en
ze verontschuldigde zich voor haar doofheid.
En doof was ze. Zij verstond mijn vragen niet en ze hoorde mijn
antwoorden op haar vragen niet. Tenslotte schreeuwde ik in de telefoon of ze
haar adres wou geven. En dat begreep ze gelukkig. Fijn, een taakje voor mijn
moeder, een brief naar Louisette.
Louisette Miffre was onze buurvrouw in Montauriol. Stel je
twee heuvels voor, gescheiden door een rivier, die een groot deel van het jaar
droogstond. Op de ene heuvel woonden wij, dat wil zeggen mijn ouders en mijn
twee jongste zussen en op de andere heuvel woonde Louisette. Wij noemden haar
“de juffrouw” omdat ze ongetrouwd bleek te zijn.
De juffrouw woonde heel alleen in een oude mas, een prachtig
bouwsel, met –typisch Catalaans- verschillende niveaus en meerdere ingangen. Ze was verpleegster en ging toen nog met haar gammele R4 dagelijks werken in een stadje dat heel wat
bochten verder lag. Als ze niet aan het werk was, kweekte ze groenten in haar bobbelige
tuin of voedde ze haar dieren op. Want dat deed ze, ze hield honden, kippen,
geiten en konijnen en ze voedde ze op.
Haar honden moesten leren om niet te stelen en daar kregen ze op een
pavlov-achtige manier les in. Ze hield ze een ei voor en als ze ook maar in de
richting van het ei durfden kijken, kregen ze een tik op hun neus met een
stokje. De konijnen werden aan een boom gebonden zodat ze hun tanden kon
vijlen. Haar kippen hadden namen en werden net als alle ander dieren op tijd en
stond vermanend toegesproken. Ze hield van haar dieren maar spaarde bij wijze
van spreken de roede niet.
Ze was ook erg streng voor zichzelf. Hoewel ze helemaal niet
dik was, legde zichzelf regelmatig een streng dieet op. Ze wou gezond oud worden
en zo lang mogelijk in haar mas blijven wonen en vandaag begrijp ik dat nog
beter dan toen. “Aujourd’hui je n’ai mangé que quelques abricots” zei soms met
een zuinig mondje en haar trotse kinnetje in de lucht. Daarbij stak ze twee
vingers op of toonde met de kom van haar hand hoe klein de hoeveelheid die
ze gegeten had wel was.
Ach Louisette, we waren allemaal weg van haar en als er een
gelegenheid was om haar een bezoek te brengen en in haar mysterieuze mas rond
te kijken, dan liet ik daar alles voor vallen.
Op een dag waren we bij haar uitgenodigd ter gelegenheid van
de kermis in Caixas, want al woonde ze maar één heuvel ver, haar mas bevond
zich op het grondgebied van een ander dorp.
Caixas is zo mogelijk nog kleiner dan Montauriol. Het
centrum bestaat uit een plataan op een dorpspleintje met een gemeentehuis en
een kerkje errond. s’ Avonds zou er bal zijn, maar overdag mochten we aanzitten
aan haar feestdis, samen met een paar onduidelijke familieleden. Onze familie
was vertegenwoordigd door mijn vader, één of twee van mijn zussen en ik. Om
eerlijk te zijn, herinner ik me de details niet meer want bij aankomst kregen
we een glas waarin achtereenvolgens pastis, wijn, meer wijn, koffie en zoete
dessertwijn werd gegoten. En omdat ik niet neen kan zeggen als mij zoveel
vriendelijkheid wordt aangeboden, moest ik het feest vroeger dan gewenst
verlaten, tot grote ergernis van mijn vader. Het bal op het pleintje onder de
plataan moest ik dat jaar overslaan.
En die strenge maar vriendelijke Louisette kreeg ik dus
vanmorgen aan de lijn en ik hoop dat ze de weg naar Cabestany vindt en mijn
ouders gaat bezoeken. Desnoods ga ik haar zelf halen in Pezilla La Rivière,
waar ze nu woont.