woensdag 1 februari 2012

Ziekenhuizen en wachtzalen

In februari 2003 onderging ik voor de eerste keer een borstonderzoek en meteen werd een kwaadaardige tumor ontdekt. Met afgrijzen dacht ik aan de ziekenhuizen en de wachtzalen waar ik weer uren zou moeten doorbrengen. Ik had het nog niet zo lang allemaal achter de rug met Ton en nu was het mijn beurt.  De tweede gedachte, die mij vreemd genoeg minder angst inboezemde dan de eerste, was dat ik misschien niet lang meer te leven had. Nadat ik uitgehuild was -vooral over het eerste- nam ik een schriftje en maakte ik een lijst van de dingen die ik nog graag zou doen in mijn misschien korte leven. Muziek maken, stond er op, en Spaans leren in Zuid-Amerika. Diezelfde avond boekte ik een reis naar Guatemala en schreef ik mij in in een talenschooltje in Quetzaltenango.
Een maand later bleek het gezwel helemaal niet kwaadaardig. Ik was niet boos op de dokter die een te voorbarige conclusie had getrokken. Mijn reis was geboekt en ik ging naar Guatemala, iets wat ik anders misschien niet eens had gedaan.

Vandaag dacht ik terug aan die reis en vooral aan de manier waarop ik die beslissing had genomen. Soms heb ik blijkbaar wat druk nodig om de dingen te doen ik diep in mijn hart wil doen, maar waar allerlei praktische en minder praktische bezwaren tegenover staan. Dat dacht ik allemaal terwijl ik samen met Clara twee lange uren doorbracht in de wachtzaal van de spoeddienst van Médipole, het ziekenhuis recht tegenover Les Camélias.

Mijn vader was erheen gebracht omdat hij bovenop zijn hardnekkige hoest ook nog koorts had gekregen. Het was allemaal niet zo verontrustend, maar met oude mensen weet je maar nooit, en de dokter wou toch wat meer zekerheid. Toen we bij hem mochten, was hij heel levendig en kloeg hij over de kou die hij geleden had tijdens het overbrengen naar het ziekenhuis. Na een tijdje kalmeerde hij en bedankte hij ons omdat hij we bij hem waren. En toen zij hij iets wat hij nog nooit gezegd heeft : "Wat ben ik blij dat ik zusjes (hij bedoelde dochters) heb, want jongens zouden dit nooit voor mij hebben gedaan." Tja, het is allemaal erg dubbel, maar het deed toch een beetje goed om dankbaarheid en waardering te voelen. Lange tijd ben ik ervan overtuigd geweest dat mijn vader veel liever een zoon had gehad in de plaats van bijvoorbeeld mij, en misschien was dat ook zo. De laatste jaren piekerde ik daar niet meer over. Maar vandaag was ik nòg een beetje blijer dat ik als meisje geboren ben. Voor de rest van de namiddag was mijn vader een schatje. Zijn medicijnen werden onlangs door de medische staf in het rusthuis aangepast en ik vraag me soms af wat hun geheime formule is, want mijn vader is de laatste tijd erg lief en helemaal niet suf.

"Morgen mag je weer naar huis", zei ik, "naar het rusthuis", verbeterde ik mezelf. En oeps, daar kwamen de vragen weer over huis en thuis en waar dat dan wel was ...

Spoedafdeling


Pneumologie

Le goûter



Geen opmerkingen:

Een reactie posten