zaterdag 18 februari 2012

Graag zien

Al bijna twee weken niets meer gepost. Niet dat ik geen inspiratie heb, die is er wel. Ik zou nog heel wat kunnen schrijven. Herinneringen aan gebeurtenissen die niet in mijn blog zijn geraakt, omdat ze op dat moment te gevoelig waren, of omdat er plots iets anders gebeurde dat ook de moeite waard was om te vertellen. Ik zou mijn conclusies kunnen schrijven of ik zou kunnen vertellen hoe mijn leven ingrijpend aan het veranderen is als gevolg van mijn beslissing om een half jaartje voor mijn ouders te gaan zorgen. Maar omwille van dat laatste bevind ik mij op dit moment in een overgangsgebied, een soort niemandsland. Ik heb een paar stappen gezet, maar het nieuwe moet nog vorm krijgen. Het is niet onprettig in niemandsland, het voelt als het eerste begaanbare ijs op een bevroren vijver. Het is opwindend maar ook spannend, tot beangstigend. Ik weet dat het ijs dik genoeg is, maar het kraakt nog en mijn vertrouwen moet nog groeien.

Laat ik beginnen met te vertellen dat mijn ouders het nog steeds goed stellen. Ik ben al een paar weken in A en Clara houdt me op de hoogte. Soms mis ik hen. Soms zou ik heel even in hun kamer willen gaan kijken als ze slapen, of zou ik met hen de goûter (het vieruurtje) willen gebruiken in het salon van Les Fenouillèdes, hun afdeling. Alleen dat al is een grote verandering. Want hoewel ik de laatste jaren vaak naar mijn ouders ging -zo'n vier à vijf keer per jaar-, was dat niet omdat ik hen miste. Ik reisde naar Fourques uit één of ander verantwoordelijkheidsgevoel en om me te gaan moeien. In de periode daarvoor ging ik meestal met tegenzin, hooguit één of twee keer per jaar. En vaak voelde ik me na mijn verblijf nog neerslachtiger dan ervoor.

Dat is allemaal veranderd en het heeft mij gelukkiger en sterker gemaakt.

Een vriendin zei me: "Jij moet je ouders toch wel heel graag zien." Het pakte mij. Ik heb altijd gevonden dat het woord liefde niet paste en zeker geen synoniem was voor wat zich tussen mijn ouders en mij afspeelde. Daarvoor was er te veel ergernis. Vooral van mijn kant.

En nu moet ik toegeven dat het waar is. Ik zie hen graag. Ik zal het misschien wel nooit over mijn lippen krijgen tegenover mijn vader, maar het staat hier al geschreven. En wie weet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten