zaterdag 3 december 2011

Bezoek aan het maison de retraite van Thuir

Wij waren alle drie kranig. Clara, mijn moeder en ik. Het gebouw valt best mee, zegden we tegen elkaar toen we aankwamen, een beetje verouderd, maar niet vervallen. Er is wat tuin aan, toegankelijk voor een rolstoel. De kamer is groot. De refter is klein. Wel gezellig zo.

We deelden onze teleurstelling niet toen we hoorden dat er geen meubeltjes meegebracht mochten worden. Ze mogen foto's meebrengen, zei de dame die ons rondleidde. Om op te hangen, dan. Want een kleine commode met een paar kadertjes, dat zal niet gaan. Een koelkastje op de kamer mag zeker niet. Geen douche in de kamer. Wel op de gang.

We zagen de recreatiezaal. Er zaten heel veel mensen te kijken naar een juffrouw die gekke sprongen maakte. Ze beeldde een dier uit. Niemand kon raden dat het een kip was. Er was een mevrouw in een rolstoel die ons aanklampte. Ze moest pipi doen, maar de aide soignante wou haar niet helpen.

Mijn moeder zei moedig dat ze zich wel zou aanpassen. "Maar voor Vava zal het moeilijk zijn" voegde ze er aan toe.

Het verslag aan mijn vader was droog. "Het is proper", zei mijn moeder.
"Liepen de mensen daar los?" vroeg mijn vader.
"Moeten we daar dan in een rij gaan staan?"
"Mogen we nog naar huis, als we niet content zijn?"

Ik ben op mijn kamer een beetje gaan huilen.

En nu weet ik het zeker. Niet naar Thuir. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten