zaterdag 10 december 2011

Passe-caprices

Verpleegster Deborah zegt dat ik de passe-caprices van mijn vader ben. Ik schrok. Mooi woord maar lelijke betekenis. Het ergste is dat het waar is. Ik voer bijna al zijn grillen uit. Niet omdat ik hem op de handen draag, maar om conflicten te vermijden. Zoals ik dat 50 jaar lang geleerd heb van mijn moeder. Ik begin nu niet meer aan conflicten met een man van bijna negentig, die half blind en half doof en half verlamd is. Daarvoor is het te laat. Ik zorg dat hij geen koude voeten heeft, dat alle knopen van zijn pyjama dichtgeknoopt zijn, dat er een zakdoekje in zijn borstzakje zit en dat het eten fijngeprakt en warm in zijn mond geraakt.

Ik doe dat en ik weet dat ik dat doe en het is niet fijn om daarop gewezen te worden, maar het is zo. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten