Na de teleurstelling in Thuir, ben ik gisteren opnieuw naar het maison de retraite van Sorrède gereden, in de hoop een paar plaatsen vooruit te geraken op de wachtlijst. Ik nam een andere weg en kwam in dorpen langs de flanken van Les Albères waar ik doodgraag zou wonen: Montesquieu en Laroque des Albères, Villelongue dels Monts, Saint Genis des Fontaines. De namen zeggen genoeg. Dorpen met natuurstenen huizen, bemoste tuinmuren, paadjes die veelbelovend naar de bergtoppen wijzen. Geen tijd om te gaan wandelen, ik moest naar la Vallée Heureuse.
De mensen moeten daar wel gelukkig zijn, want het was de vierde keer dat ik er kwam en iedereen was weer even vriendelijk. Ik maakte een goede beurt want de secretaresse nam de moeite om ons dossier naar boven te halen en er even haar wenkbrauwen over te fronsen. Veel meer kon ze niet doen. "Er zijn nog 150 wachtenden voor u", zei ze.
Gisteravond voelde ik een lichte paniek opkomen.
Vanmorgen belde ik naar een rusthuis in Cabestany. Er is nog plaats, zei de directrice. We mogen vrijdag gaan kijken. Benieuwd wat daar het addertje onder het gras zal zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten