dinsdag 1 november 2011

Coiffeuse

Vandaag begint mijn derde maand in Fourques. Het was de bedoeling dat ik nu halfweg zou zijn, maar dat is erg onzeker geworden. Ik sleep het gevoel van ontmoediging nog wat mee, maar ik wil het de komende dagen van mij afschudden. Ik wil denken op papier, lijstjes maken, leuke dingen plannen, mijzelf beloningen beloven. Maar ook kijken wat nu het lastigste is aan de hele situatie en me afvragen hoe ik het allemaal wat minder zwaar kan maken.
Vanmorgen was er nog geen tijd om met een schrift aan tafel te gaan zitten. En dus besloot ik om zonder lijstje alvast te beginnen met wat me op dit moment wat moeilijk ligt: het samenleven met mijn moeder.
Ik had vooraf al bedacht dat ik minder bazig wou zijn en dat ik meer verantwoordelijkheid bij haar wou laten, in plaats van ze uit haar handen te trekken. Het ging gemakkelijker dan ik had gedacht. Ik probeerde naar haar te luisteren en alles wat ze voorstelde ernstig in overweging te nemen of zelfs gewoon te doen wat ze vroeg. Zonder een kik te geven opende ik op haar vraag een blikje champignons de Paris en deed ik ze bij de bechamelsaus voor de bloemkool. Het is haar huis, haar keuken.

Ze wou ook onder de douche en haar haren wassen. Ik moeide me niet met wat ze aan wou trekken. Ik probeerde gewoon te volgen. Ik droogde haar haren en gaf haar een light-versie van het Koningin Fabiola-kapsel dat ze graag heeft. Ze keek in de spiegel en zei: "eerste klas!" en ik fleurde wat op.

Coifferen, dat deed ik vroeger graag. Mijn grootvader was mijn eerste klant. Terwijl hij zijn middagdutje in een relaxfauteuil deed, stond ik achter het hoofdeinde met een grove kam en kamde ik zijn dunne zwarte haren in alle richtingen. Met mijn verjaardag mocht ik na school met hem naar de speelgoedwinkel en kreeg ik een pop met lang haar dat ik omhoog borstelde en opbond met een elastiekje. Die paardenstaart kamde ik dan weer helemaal open, zodat het leek alsof ze kortgeknipt was. Daarmee maakte ik mijn moeder aan het schrikken -haha gefopt!- maar van haar kreeg ik dan toch met kerst een doosje met kappersgerief. Een paar jaar later mocht ik haar haren ook kammen en daarna zelfs inrollen met metalen, plastieken en mousse rollers.

Hoewel het vak duidelijk in mij zat, heb ik het nooit tot kapster geschopt. Haar kappen is gewoon een van die vele dingen die ik kan. En ik kan veel, maar niks echt goed. Niks waar je rijk en beroemd mee wordt. Niet dat ik dat laatste wil, maar geld verdienen met wat je graag doet en goed kan, moet toch wel fijn zijn. Dat zeggen mijn zus Elisabeth en ik tegen elkaar, als we tot laat in de nacht onze verzuchtingen delen in het logeerbed in de Impasse.

Mijn vader is weer mijn naam vergeten en roept "meisje!" want hij heeft het koud. Ik ben een meisje van vijftig-en-nog-wat en ik weet net als Elisabeth nog steeds niet wat ik later wil worden.

1 opmerking:

  1. Coifferen...dat brengt herinneringen terug. Grootvader Voke op de zetel, ik op de rugleuning (als het ware op zijn schouders) en maar kammen. Of bij Moeke krulspelden zetten. Die we altijd terug moesten opbergen in die oude antieke koekendoos. Manicuren en Pedicuren ook, nagellak op Moeke haar tenen en voeten (en soms op haar nagels).

    BeantwoordenVerwijderen