maandag 17 oktober 2011

Bien-être

Laat ik een lang verhaal kort maken: het was geen fijne dag.
Hij begon nochtans goed met het vinden van goed verstopte muskaatdruiven in de wijngaard van mijn schoonbroer en een bezoek aan mijn zusje Clara, la première dame de Montauriol.
Terug thuis trof ik mijn vader in een boze bui en mijn moeder klagend dat ze zich niet lekker voelde en dus niet naar de kapper kon gaan. Ik hoopte dat het middagdutje soelaas zou brengen, maar mijn vader werd veel te vroeg wakker in een al even boze bui en mijn moeder stond erop dat ik voor haar een geneesmiddel ging halen dat de huisdokter uitdrukkelijk afgeraden had. Praten en uitleggen hielp niet. Ze verborg haar gezicht in haar handen en legde ten slotte haar hoofd op de tafel.
Ik ging dan maar wat op het terras zitten en probeerde te genieten van de oktoberzon.
Nee, ze wou niet naar de kapper en dus trok ik met lemen voeten in haar plaats naar de dorpskapster. Gelukkig was mijn kappersfrans goed genoeg en kwam ik buiten met een coupe die ik in A ook had kunnen krijgen, maar hier was het de helft van de prijs.
Het humeur van mijn vader was niet recht te trekken, zelfs niet met Wien, Wien, nur du allein of Granada van Fritz Wunderlich. Toen hij het blad met de namen van zijn dochters in lettergrootte 48 niet vond, werd hij nog nerveuzer en mijn moeder en ik ook.
Ik zou het kort houden, dus laat ik maar een sprong maken naar het bedritueel. Dat begon met nog iets dat zoek was en de draad van het nachtlampje die achter het nachttafeltje bleef haken. In mijn pogingen om de draad vrij te maken stootte ik een literfles eau de cologne van het merk bien-être om. Spijtig, zei mijn vader en op zijn gezicht lag een uitdrukking van misprijzen die ik maar al te goed ken. Ik veegde de scherven bijeen en dweilde de bien-être op. Terwijl ik de dweil in de badkamer aan het uitspoelen was hoorde ik hem zeggen: "Morgen pak ik mijn valies". Ik keek in de spiegel en schoot in een lach.
Toen ik mijn moeder een nachtzoen gaf trok ze me tegen zich aan en zei ze dat ik me het maar niet moest aantrekken, want dat het iedereen kon overkomen. Ik dankte haar. Mijn vader zei nog steeds niets.
Het is kwart voor negen. Ze liggen al anderhalf uur in bed. Mijn vader weent omdat mijn moeder niet bij hem, in zijn smalle ziekenhuisbed, wil liggen en het hele huis stinkt naar bien-être.

1 opmerking:

  1. moh christine toch, het is me wat. hopelijk kunt ge slapen met die eau de colognegeur...

    BeantwoordenVerwijderen